Reisartikel Corsica voorjaar 2003:
Er zijn nog altijd plekken in Europa waar je terugvindt wat je verwacht van
een ideale vakantie. Meestal zijn dat de uithoeken van ons continent: het stille
Alentejo in Portugal, de binnenlanden van Spanje, onder in de laars van Italië,
de Peloponnesos in Griekenland, maar zeker ook Corsica.
Want Corsica, qua oppervlakte ongeveer een kwart van Nederland, telt slechts
250.000 inwoners. Er wonen meer Corsicanen in Marseille dan op het eiland zelf.
De moeizame bereikbaarheid van het eiland maakte haar in het verleden uniek en
maakt haar nog steeds bijzonder.
Corsica telt maar twee echte steden, Ajaccio en Bastia. De andere stadjes, zoals Bonifacio, Corte en Calvi hebben meer de uitstraling van vriendelijke dorpen. Het eiland leent zich uitstekend voor een rondrit, daar de meeste bezienswaardigheden bij of dichtbij de kust liggen, met uitzondering van de voormalige hoofdstad Corte.
De geschiedenis van het eiland gaat terug tot ver in het verleden, toen de eerste bewoners hun mysterieuze menhirs oprichtten waarvan de bovenkant menselijke gezichten zijn. In Filitosa, waar je langs komt op weg van Ajaccio naar Bonifacio, staat een aantal prachtige voorbeelden.

Zicht op de baai van Porto
Sartène doet nog steeds middeleeuws aan: via trappen, poortjes en smalle straatjes bereik je het centrale plein van dit tegen de rotsen aangebouwde stadje.Bonifacio heeft, zoals veel Corsicaanse kuststadjes een citadel.Deze ligt hier op een ver in zee stekende rots naast de natuurlijke haven.Fraai om te zien hoe hoog de huizen binnen de citadel gebouwd zijn om de toename van de bevolking te kunnen opvangen. Het moet een onneembare vesting geweest zijn. Dat was ook wel nodig, want eeuwenlang waren de Corsicanen beruchte kapers (in het Frans is de betekenis van kaper 'corsaire' ...) die na een rooftocht op zee zich terugtrokken in hun citadels. Wij dineren veilig binnen haar muren in restaurant 'U Castille' waar de vriendelijke bediening en de schappelijke prijs opvallen.
De oostkust kent in het zuiden enkele van de mooiste, bijna tropisch aandoende baaitjes en stranden, zoals Santa Giulia en Palombaggia, maar wordt gaandeweg rechter en vlakker. Aléria was eerst een Griekse nederzetting, daarna een belangrijke Romeinse stad. Het plaatselijke museum toont talrijke opgegraven voorwerpen uit de grafheuvels bij de voormalige stad. Het is een rijk museum, ondergebracht in een kasteel, met artefacten uit de Griekse en Romeinse Oudheid, die uniek in de wereld zijn.
Corte ligt min of meer in het hart van Corsica, en was even, toen Corsica een
zelfstandig staatje was, de hoofdstad van het eiland. Het eiland kent ,door zijn
strategische positie in de Middellandse Zee, een roerige geschiedenis: na de
Phoeniciërs, de Grieken en de Romeinen, waren het de heersers van Genua die
Corsica bijna 800 jaar in bezit hadden. Pas aan het eind van de 17e eeuw werd
het door Genua aan Frankrijk verkocht. De taal, de namen van de steden en de
bewoners verraden onmiskenbaar Italiaanse invloeden. Een Corsicaan antwoordde op
de vraag of hij zich Fransman of Italiaan voelt als volgt: 'Ik voel me Fransman,
maar voel me in Italië thuis.'
Corte is de spin in het netwerk van veel wandeltochten in bossen, langs rivieren
of in de bergen. Adembenemend is de wandeltocht naar het Lac Mélo. Na een rit
van 6 km door de Vallée de la Restonica houdt de weg op. Vandaar gaat de
wandeling anderhalf uur bergopwaarts naar het op 1700 meter hoog gelegen meer.
Omdat het nog eind april is, ploegen we de laatste steile helling door de
sneeuw. Het meer zelf is nog gedeeeltelijk bevroren. En dat alles met een
strakblauwe lucht boven je. Een unieke ervaring!
Dan verdien je 's avonds een heerlijke maaltijd in restaurant 'Ascudella',
vriendelijk geprijsd, want Corte is de studentenstad van het eiland. Vanuit
Corte terug naar de kust rijd je door een streek, Castagniccia geheten, omdat
hier vroeger veel kastanjes gekweekt werden. In deze streek tref je ook nog in
de natuur de Helleboris Corsicus, de groene kerstroos, aan. De plantages zijn
verlaten en groeiden uit tot grote bossen.
Bastia is de modernste en drukste stad van het eiland. In de kathedraal is een levensgrote Maria te bewonderen van puur zilver met een gewicht van 1000 kilo.Ze hangt achter glas.Door een munt in een apparaatje ernaast te werpen kun je het Licht zien, Maria in zilverlicht. De Kerk is nooit vies van commercie geweest. 's Avonds eten we voortreffelijk in restaurant 'A Casarella'in de citadel, waar de kok na afloop over zijn kookkunsten komt napraten.
Vanuit Bastia kun je Cap Corse ,'De Vinger van Corsica', ronden. Je hebt er
zeker een hele dag voor nodig om de prachtig gelegen vissersplaatsjes aan de
kust of de dorpjes hoog in de bergen, zoals het mooie Canari, te bezoeken.
Vergeet niet Nonza te bezoeken met z'n zwarte zandstrand en zijn Genuese toren.
In de kerk hangt boven het altaar een Maria aan het kruis... Soms gaat de
Mariaverering al te ver.Opvallend zijn de vele torens overal op heuvels langs de
kust. Ze dienden om de bevolking te waarschuwen voor binnenvallende Turkse
plunderaars. Door middel van het maken van vuur was op die manier heel Corsica
binnen twee uur op de hoogte van een vloot vijandelijke schepen. Aan het eind
van Cap Corse tegenover Bastia ligt Saint-Florent met z'n heerlijke
visrestaurants. In de omgeving ligt het natuurgebied 'Désert des Agriates', waar
je op het douanepad langs de kust kunt wandelen in de maquis, het
ondoordringbare struikgewas met o.a. roosmarijn, lavendel, myrthe, zonneroosjes
en brem.
In Porto is in een Genuese toren een kleine, maar goed gedocumenteerde tentoonstelling over de geschiedenis van deze torens te zien. Porto bereik je na de 'route van de duizend bochten' vanuit Calvi. Die rit is een waagstuk op zichzelf door de vaak smalle bergwegen langs diepe ravijnen en ... de tegemoet komende bussen.De baai van Porto is door Unesco op de lijst van werelderfgoederen geplaatst.Vanaf de hoge weg langs de bergflanken heb je van tijd tot tijd een magnifiek uitzicht op deze natuurlijke inham.
Vlakbij Porto ligt het bergdorpje Piana dat uitzicht biedt op de baai van
Porto. Ook van hieruit zijn enkele mooie wandeltochten te maken hetgeen een
verblijf van enkele dagen rechtvaardigt. Een goede keuze is dan het uit 1908
stammende hotel 'Les Roches Rouges' waar men poogt binnen de moderne hoteleisen
de oude stijl te handhaven.
'Le tour de Corse' eindigt weer in Ajaccio. Het weer is nu al zeer aangenaam en
warm.We liggen nog even na te genieten op het strand bij de stad vóór we een
uurtje later per vliegtuig teruggaan naar Holland..Want alles is kleinschalig op
Corsica, Daardoor is er rust, ruimte en ongerepte natuur te over. Je hebt er
alle gelegenheid op een 'privéstrand' te picknicken., een wandeling te maken in
een natuurgebied langs de kust of in de bergen, een spectaculaire autorit te
maken door de uitgestorven bergdorpjes langs de flanken van de uit zee
oprijzende bergketens. Dat alles maakt het zo avontuurlijk op dit eiland te
verblijven. Maar doe het vooral in het voorjaar wanneer de maquis volop in bloei
staat en de zon nog een aangename metgezel is.