Cook Islands, Samoa en Fiji: Onthaasten in het paradijs
Inhoud |
![]() |
Klik om te vergroten |
Overzicht
Dit verslag beschrijft de 30-daagse tocht van André en Reina naar Polynesië in juli/augustus 2001.
Aankomst
We komen van overzee, landen op het laatste moment op de airstrip van het kleine vliegveld en lopen in een aangename warmte vanuit het toestel zelf naar de aankomst- annex vertrekhal. Vlak voor ons zien we de wuivende palmbomen en de zee, achter ons ligt de grote berg die het eiland is. Een welkomstlied valt ons ten deel en de passage door de douane kost slechts luttele minuten. Een poosje later wandelen we langs het strand. De mensen die we tegenkomen dragen zonder uitzondering een prachtige bloem in het haar en groeten ons met 'kia orana' 'bula' of 'telofa'. We weten het nu: we zijn terug in het paradijs.
Cook Islands

Rarotonga, het hoofdeiland, is zo klein dat je het in een dag rondfietst.
De hoofdweg loopt langs de kust rond het eiland. Met de scooter kan het
uiteraard in minder tijd.. Er ligt een kleinere weg iets meer het binnenland in,
maar die loopt grotendeels parallel met de kustweg. Dat is overigens wel de weg
die er misschien al duizend jaar ligt. Eigenlijk fiets je rond een grote berg
met grillige pieken, kenmerkend voor de vulkaaneilanden waarmee de Stille
Zuidzee is bezaaid. Aan de zeekant ligt op ongeveer vijfhonderd meter een
koraalrif waardoor het ondiepe gedeelte voor het strand de overbekende
turquoiseblauwe kleur krijgt.
De oorspronkelijke bevolking, waarschijnlijk afkomstig uit de Aziatische archipel, leefde in stammen in het binnenland dat meer bescherming bood. Van hun verleden is weinig over: her en der verspreid staan wat grafheuvels en stenen zuilen, maar dat is ook alles. Moge de stammen in het verleden vaak oorlog gevoerd hebben, waarna de gevangen vijanden ritueel werden opgepeuzeld, vandaag de dag is een van de opvallendste dingen de gemeende vriendelijkheid van de inlanders. De kleurrijke bloemen van het eiland tref je overal aan: in de badkamer of op de tafel van je hotelkamer, op de receptie van het hotel, op elke tafel van een restaurant, maar het meest in het haar van bijna elke Polynesiër: het is een bewijs van hun zonnige karakter.
Tijdens onze fietstocht rond het eiland ontdekken we dat eilanders hun
overledenen op het erf vóór hun huis begraven. Ze hebben daartoe het recht en
houden zo hun dierbaren letterlijk dichtbij zich. We passeren een bedrijfje waar
de bloemen van het eiland tot parfum worden verwerkt en later een stalletje waar
van de vruchten van het eiland jam wordt gemaakt. We
zullen de geur van de gardenia, de nationale bloem van de Cook Islands, en de
frangipani nog lang bij ons dragen..

Als fietsers hebben we weinig last van het 'veeverkeer' dat
in geheel Polynesië voorrang heeft boven ander wegverkeer. Zo kan het gebeuren
dat er opeens een varken, een koe of een paard midden op de weg staat of deze
vlak voor je oversteekt. Het is even een weet, het went vanzelf.
Uiteraard is alles hier kleinschalig: het parlementsgebouw van de Cook Islands
lijkt op drie klassen houtbouw van een school. De ministeries, verspreid over
het eiland, lijken noodunits van een klein bedrijf. Het gebouw van de Cook
Islands Football Association is een veredelde bouwkeet.
Je hoeft je geen moment te vervelen, zelfs niet op het kleine Rarotonga: in elk
resort, zoals het bekende Edgewater Resort, is een uitgebreid
activiteitenprogramma : in de zee vóór het resort zelf kun je snorkelen, kanoën
of zwemmen, maar er zijn ook vele excursies vanuit het hotel mogelijk: een
safaritour, een wandeling in het tropisch regenwoud, een trip naar een waterval
of het cultural village.
In elk dorp op de Cook Islands proef je de sfeer van Nederland zo'n vijftig jaar
geleden: op een onduidelijk afgebakend erf zwerven kippen, wroet een varken in
de modder bij een huis waarvan het dak uit gedeeltelijk verroeste golfplaten
bestaat. Er bestaan ook rieten daken, maar in verband met passerende cyclonen is
een golfplaten dak bestendiger. Vaak zie je kleine brandjes om het afval op te
ruimen.Het onbrandbare vuil zit in een verroeste ton die aan de weg staat.
Een 'must' is het Cultural
Village: een soort openluchtdorp waarin de gebruiken uit heden en verleden
worden uitgelegd en gedemonstreerd. Een aangename bijkomstigheid is dat op de
eilanden de meeste uitstapjes vergezeld gaan van een maaltijd! Tijdens de lunch
worden we verpoosd door een traditionele dansgroep.
Een van de meest bezochte eilanden van de Cook Islands is Aitutaki. Op dit
eiland worden vaak huwelijken gesloten. Dat kleine eiland leent zich er
uitstekend voor. Hier ligt misschien wel de mooiste lagoon van de South Pacific.
De lagoon cruise die je kunt maken voert langs een reeks kleine, onbewoonde
eilanden en eindigt bij een mini-eiland met de toepasselijke naam One Foot
Island. Het is een dagtrip die nooit meer vergeet
Het toerisme op de Cook Islands ontwikkelt zich gestaag, maar het eiland kent
gelukkig nog een authentieke sfeer.
Samoa

Dat vind je nog meer terug op een andere eilandengroep in de Stille Zuidzee:
Western Samoa.
Het toerisme op Samoa staat nog in de kinderschoenen. Ze zijn er niet
afhankelijk van, ze exporteren rietsuiker, kokosnotenolie en chocola. De
hoofdstad Apia, een typische stad in de Pacific, met de zee aan de ene kant en
het gebergte achter zich, is eigenlijk een groot dorp. Hier staat het
wereldberoemde hotel Aggie Grey's. In de tuinen van dit voormalige koloniale
huis waan je je overal behalve in een stad.
De toeristische attracties zijn natuurlijke bezienswaardigheden: het regenwoud,
watervallen die eindigen in waterbassins waarin je soms kunt zwemmen, lavavelden
waarin de stolling van de lavastroom nog goed te zien is en de blowholes.
Dat zijn gaten in de gestolde lava waarin de aanstormende zeegolven worden
geperst waardoor er een waterfontein ontstaat van tientallen meters hoogte.Ze
willen best uitbreiding van het toerisme, maar geleidelijk en op de manier die
zij verkiezen. Dat betekent dat de bouw van uitgebreide resorts beperkt blijft
en dat in de dorpen zelf huizen gebouw worden voor de toeristen.
Deze ervaring is dan ook uniek te noemen: te wonen in een dorp op Samoa tussen
de bewoners zelf. Op Tanu Beach Fales wonen we een paar dagen in een hut op het
strand in het dorp. Een familie van het dorp beheert een aantal vakantiehutten.
Dit zijn geheel open ronde woningen die op een meter hoge palen staan. Onze
aankomst in het dorp had iets koddigs. We werden allerhartelijkst ontvangen door
de gastvrouw met fruit en een drankje. Nadat ze onze hut aan het strand had
toegewezen, zeulden wij de koffer op wieltjes door het rulle zand naar de hut,
die uit niets anders bestond dat een matras op een houten bodem en beweegbare
rietmatten als wanden. Je kunt de van palmbladeren gemaakte wanden neerlaten of
ophalen alnaargelang je een gesloten of een open woning verkiest. Overdag is het
raadzaam alle 'gordijnen' op te halen om tocht in de woning te creëren.
Hier leren we ons te onthaasten. We vergeten datum, dag en uur. Slechts een gong
noodt ons aan een lange, gemeenschappelijke tafel voor het ontbijt en het
avondmaal. In de tussentijd leren we aangenaam niets te doen, zoals de Samoanen
dat zelf uitstekend beheersen. De mooiste bezigheid die je op alle eilanden kunt
doen is snorkelen. Op Samoa hebben we op twee plaatsen tuinen van geel, wit,
roze, oranje en groen koraal gezien en tropische vissen in de meest bonte
kleuren.
Een minder actieve bezigheid ter afkoeling is lang in het water staan, zoals de
bewoners van het dorp zelf graag doen..Dit gebeurt tot na middernacht, want de
temperatuur blijft dag en nacht, zomer en winter ongeveer 25 °C.
Dezelfde familie van zo'n veertig personen die zorgt voor het eten, het sanitair
en het huishouden verzorgt op een avond ook een zang- en dansoptreden.
Hun huizen zijn logisch eenvoudig, zonder enige luxe. We zien slechts af en toe
een televisie, er is zelden een telefoon, laat staan een videorecorder of een
cd-speler. De muziek maken ze zelf, als ze er zin in hebben. Ze maken veel
plezier met elkaar. Na een paar dagen begrijpen we wat meer van de Samoaanse
levensstijl. Gelukkig zijn is zo eenvoudig, lijkt het.
Fiji
We landen op het vliegveld van Nadi (spreek uit: Nendi) aan de westkant van het
Viti Levu, het hoofdeiland van de Fiji Islands. Wonderlijk genoeg ligt de
hoofdstad aan de andere kant van het eiland. Het zal wel te maken hebben met het
feit dat er een groot verschil bestaat in klimaat tussen de west- en de oostkant
van Viti Levu. Aan de oostkant is het vaak bewolkt en regenachtig in de
winterperiode (onze zomer), aan de westkant is het vrijwel altijd zonnig. Daar
liggen dan ook de meeste hotels en resorts.
Het hele jaar door is de temperatuur overigens zeer aangenaam: tussen de 22 en
28 °C.
De meeste toeristen brengen niet veel tijd op het hoofdeiland door, maar wijken
uit naar een van Fiji's kleine eilanden. Naigani Island, een van de kleine
eilandjes bij Viti Levu, blijkt moeilijk bereikbaar. Na de rit van ruim een uur
over een landweg vol gaten, volgt een boottocht van nog een halfuur. We worden
verwelkomd door musicerende eilandbewoners. Het resort is een oude plantage, het
restaurant de woning van de voormalige plantagebezitter, eens het eigendom van
een eigenzinnige Ier. Die huizen waren altijd omgeven door een brede, overdekte
veranda. Daar leefde en sliep men zodat de veranda eigenlijk meer ruimte bood
dan het huis zelf. We voelen ons echt afgelegen eilandbewoners hetgeen nog
versterkt wordt door een onverwachte ontmoeting met enkele meisjes uit het enige
dorp op het eiland midden in het bos. We krijgen spontaan een stuk suikerriet
aangeboden waarna de onvermijdelijke vraag volgt waar we vandaan komen. De tijd
staat hier ook niet helemaal stil: de meisjes dragen weliswaar de traditionele
kleding en lopen op blote voeten, maar een van hen heeft een paarse streep in
haar haar...
In het diepe binnenland van Viti Levu, in het dorp Abaca, lijkt het leven in
honderd jaar nauwelijks veranderd. Dit dorp, slechts te bereiken over een
onverharde weg die zelfs riviertjes kruist, wordt ' in leven gehouden' met
subsidie van Nieuw-Zeeland opdat de bewoners niet wegtrekken naar de kust zoals
bijna overal gebeurd is, omdat daar de weg ligt. De ongeveer tien hutten kennen
weinig comfort, hangen van golfplaten aan elkaar. De bewoners leven van wat de
natuur oplevert aan vruchten en groenten. Enkele bewoners gidsen bij wandelingen
die vanuit het dorp starten waarna ons een traditionele maaltijd in de hut van
de 'chief ' wordt aangeboden. Wij worden voor de lunch uitgenodigd om op de
grond plaats te nemen. Er is één slaap- en woonruimte, waar ook kippen rustig
rondlopen. Het servies staat op een rek buiten, evenals de wc en de douche. Men
heeft weinig nodig om te leven.
Een unieke belevenis is eveneens een dag en nacht door te brengen in het
tropisch regenwoud van het nationale park Colo-I-Suva op het eiland. Het regent
hier vier dagen per week! Overbodig te vermelden dat dit regenwoud zich bevindt
aan de oostzijde van Viti Levu. De wandeling in het donkere woud, vol
mahoniebomen, orchideeën en reuzegrote varens, is een bijzondere ervaring.
Suva, de grootste stad van de Stille Zuidzee, is eigenlijk een kleine stad, maar
na zoveel dagen van rust en slechts kleine nederzettingen is het vreemd opeens
stoplichten, autoverkeer en echte winkels te zien. Hier is de enige universiteit
van de South Pacific gevestigd.
Het Fiji Museum in Suva geeft een boeiend overzicht van het verleden van de Fiji Eilanden. Prachtig is de replica van een catamaranachtig schip waarop ongeveer 80 mensen konden wonen. Die schepen werden gebruikt voor de migratie van het ene eiland naar andere eilanden. Misschien is hierdoor de migratie vanuit de Aziatische archipel te verklaren, hoewel er ook theorieën zijn dat Fiji bevolkt zou zijn vanuit Afrika. Vast staat de inlandse bevolking veel uiterlijke overeenkomsten heeft met de Afrikaanse.
In het museum zijn ook wrakstukken te zien, afkomstig van
het schip 'Bounty ', het schip van captain Bligh, de wrede kapitein die een
muiterij op zijn schip veroorzaakte, waarna hij tezamen met enkele getrouwen
overboord gezet werd. In zijn kleine sloep passeerde hij Fiji en de zee aan de
noordkant van het eiland draagt nog steeds de naam Bligh Waters.
Maar het meest komische object in het museum wordt gevormd door de schoenen van
een missionaris uit Engeland, ene Mister Baker: het enige wat van hem overbleef
nadat hij ritueel was verorberd door een stam.
Het nabij gelegen Orchid Island Center is een cultural village, waar de historie
en de tradities van het eiland aanschouwelijk wordt gemaakt.
Opvallend is hoe efficiënt de kokospalm voor allerlei doeleinden werd gebruikt.
Niet alleen de kokosnoot voor drinken en eten, maar de schil, de bladeren en het
hout van de boom werd gebruikt voor eetgerei, kleding, wanden, vloerbedekking,
touw, zonneschermen of dakbedekking.
Fiji kent een drukker toerisme dan de twee andere eilandengroepen. Er zijn meer
resorts van goedkoop tot zeer luxueus. Een van de nieuwste resorts is Outrigger
Fiji Resort.
Een bijzonder resort, geheel gebouwd in de stijl van een Fiji dorp
met traditionele woningen in een parkachtig landschap. Een schitterende plek om
je vakantie door te brengen. Opgetrokken volgens de wetten van het land - dat
wil zeggen dat je nooit hoger mag bouwen dan de
hoogste palmboom - biedt dit resort een magnifiek uitzicht op het 'dorp', de zee
en het koraalrif.
Op steenworpafstand ligt het Kula Eco Park, een kleine, prima verzorgde
dierentuin met de flora en fauna van Fiji,waaronder de papagaai, de parkiet, de
iguana, een zeldzaam soort groene hagedis die alleen hier voorkomt, de meest
kleurrijke vissen uit de ondiepe wateren voor de kust en schildpadden.
De traditionele dansen op Fiji zijn minder elegant dan die
op de Cook Islands of Samoa. Zal dat toch te maken met de afwijkende theorie met
betrekking tot de migratie?.
Maar je hoeft ook hier niet dag in dag uit op het strand te liggen. Er zijn, al
of niet door resorts georganiseerde, activiteiten genoeg. Een van de meest
avontuurlijke is een dag varen op de bovenloop van de rivier de Luva, waar je,
in je kajak, stroomversnellingen van een halve meter voor je kiezen krijgt.
Duiken, snorkelen, zwemmen, wandelen zijn activiteiten die op elk van de drie
bezochte eilandengroepen bijna overal gedaan kunnen worden.
Ook hier horen we de anekdote dat de missionarissen ervoor gezorgd hebben dat de
eilandbewoners 'fatsoenlijk' gekleed gingen hetgeen ertoe leidde dat de Fijians
tot op de dag van vandaag met kleren en al in zee gaan, terwijl de toeristen uit
datzelfde Europa hier in bikini en korte zwembroek rondlopen. Diezelfde
missionarissen hadden er al voor gezorgd dat de mooie houten beelden van de vele
goden massaal vernietigd werden, zodat er in de verschillende musea op de
eilanden weinig historische houten beelden over zijn. Die zijn er nog wel, maar
ze bevinden zich in Europese musea, meegenomen door ontdekkingsreizigers of
handelaren. Wordt het niet tijd een aantal belangrijke voorwerpen aan de
eilanden terug te geven?
De tijd dat we op deze eilanden verblijven is een unieke belevenis: je legt de
tijd af, het horloge weg en omarmt de dag zonder indeling. Je doet slechts af en
toe een schatting door naar de stand van de zon te kijken.
Hier past geen strak tijdschema, hier onderga je de dag zoals die komt. Hier
verlopen de dagen in een rustig, harmonieus tempo, aangepast aan de warmte,
precies zó dat je er niet moe van wordt. Je vindt dat niet alleen terug in de
manier van lopen van de Polynesiërs, maar ook in hun muziek, hun dans, hun gave
urenlang niets te doen, hun geduld een dag lang achter hun stalletje langs de
weg te zitten. Zij kennen de term 'onthaasting' niet, ze zouden het niet
begrijpen, zij weten niet beter dan hun eigen levensstijl. Zij hebben nooit het
tegenovergestelde gekend, zij waren altijd al gelukkig.

EINDE